4 feb: L’ Amitié Musicienne

Nino Bos - viola da gamba

Nicolaas Stam - klavecimbel

Amélie Rebeix - viola da gamba

Jeremy Bass - theorbe

 

 

 

Jacques Morel (ca.1700-1749) - Premier Livre (1709):
Suite in A klein :
- Prelude, Lentement – vite
- Allemande
- Courante
- Sarabande l’agréable (de prettige sarabande)
- Gigue
- La Bretonne 
- Menuet & Autre menuet

 

Monsieur Sainte-Colombe le fils (1700?-1730?):
Arr. François Joubert-Caillet & Yoann Moulin 
Suite in G klein:
- Allemande
- Courante
- Sarabande
- Gigue
- Fantaisie en Rondeau
- Gavotte

 

Marin Marais (1656-1728) – Deuxieme livre (1701):
Suite in D Groot: 
- Prelude, Lentement (No. 44)
- Allemande (No. 45)
- Double d’Allemande (No. 46)
- Courante (No. 52)
- Sarabande (No. 54)
- La Villageoise (No. 59) (Het dorp)
- Minuet (No. 60)
- Fantaisie Luthée (No. 30) (Luit fantasie)
- Minuet (No. 62)
- Gigue à l’angloise (No. 56) (Een Engelse gigue)

 

 

De componisten 
Marin Marais (1656-1728) is onlosmakelijk verbonden met en fundamenteel belangrijk voor de gamba wereld. Hij was de hofgambist van de keizerlijke kamer van Lodewijk XIV en Lodewijk XV. En stond bekend als ijzersterk speler. Hubert le Blanc zei in 1740 over hem: "Hij heeft de fundamenten gelegd van het gamba-imperium en deze stevig verankerd."
Marais’ gedetailleerde vingerzettingen en ornamentaties vormen een technische basis en bieden tot op de dag van vandaag inzichten aan gamba-studenten. Je bent als het ware "op les bij Marais", zou gerenommeerd gambiste Cassandra Luckhardt zeggen.

Jacques Morel, een van zijn leerlingen, keek dusdanig naar hem op dat hij zijn eerste gambaboek met eigen composities opdroeg aan zijn leermeester. 

Monsieur Sainte-Colombe was een van de docenten van Marais. Hij wordt gezien als godfather van de Franse gamba-traditie. Hij was degene die de 7de snaar toevoegde aan de gamba.  

Over Monsieur Sainte-Colombe le fils verschillen musicologen van mening. Zijn woonplaats maar ook zijn relatie tot de nagenoeg gelijknamige docent zijn onduidelijk. Een compositie van zijn naam, vermoedelijk geschreven tussen 1700-1730, maakt deel uit van een verzamelmanuscript in Engeland. Het is daarbij onduidelijk of zijn gamba-partituur ook als solo was bedoeld. In 2025 gaven Francois Joubert-Caillet en Yoann Moulin een eigen invulling aan de baspartij.

 

 

Het programma
In dit eerbetoon aan Marais maakt u kennis met de uiteenlopende facetten van gamba-spel. Dit gaat van de donkere, doordringende klank bij de delen in mineur tot de lichte, speelsheid bij de muziek voor de adel.

De naamgeving van sommige delen nodigt in combinatie met de compositie uit tot fantaseren. Zo roept "La Villageoise", het dorp, een beeld op van een onschuldig meisje dat naar de markt huppelt. 

Bij de "luit-fantasie" daarentegen zorgen Marais’ aanwijzingen ervoor dat de musici zo spelen dat toehoorders als het ware een luit horen: "De streken moeten klein en sterk zijn om de luit te imiteren."

 

 

L’Amitié Musicienne werd in 2024 opgericht, voortkomend uit de artistieke zoektocht van Nino Bos naar zijn rol als solist. Samen met Nicolaas Stam (klavecimbel) zette hij de eerste stappen, waarna Amélie Rebeix (viola da gamba) zich bij hen voegde om het continuo te versterken. De geboorte van het ensemble was een feit.

 

Na het succesvolle soloprogramma "Meesterlijk Marais" verschoof de focus langzaam meer van het solospel alleen naar ook het samenspel binnen het ensemble.
De kracht van L’Amitié Musicienne schuilt in de naam: vriendschap en liefde voor elkaar en de muziek. Het wederzijdse vertrouwen en de hechte band tussen de musici zorgen voor een speelse, open manier van musiceren. Doordat de leden elkaar goed kennen, kunnen zij intuïtief op elkaar inspelen en ontstaat er ruimte voor spontaniteit en verfijning in hun uitvoeringen.

 

In dit programma wordt L’Amitié Musicienne versterkt door de luitist Jeremy Bass. Als internationaal musicus speelt hij in verschillende ensembles zoals Suspirium en Sibila. Daarnaast is hij regelmatig te gast bij CantateKaravaan, PhilZuid, en Phion.

 

 

Nino Bos (2001) is als musicus gedreven door nieuwsgierigheid en een diepe liefde voor geluid in al zijn vormen. Zijn muzikale reis begon als tiener, toen hij zichzelf gitaar leerde spelen, voordat hij op 17-jarige leeftijd de contrabas ontdekte. Een jaar later startte hij zijn studie bij Ruud van der Meulen en in 2019 sloot hij zich aan bij het Euregio Jeugdorkest.

Terwijl hij zich verder in de muziek verdiepte, raakte Nino gefascineerd door historische uitvoeringspraktijk en begon hij zich af te vragen: hoe klonk muziek toen? Deze vraag leidde hem naar de viola da gamba, wat hij in 2021 ging studeren bij Maike Boekholt en later bij Cassandra Luckhardt.

 

In 2023 werd hij toegelaten tot de klas van Joshua Cheatham aan het Conservatorium van Utrecht, waar hij zich volledig stortte op oude muziek en de moderne contrabas links liet liggen om zich te concentreren op de violone en barokcontrabas.

Naast muziek heeft Nino ook een bachelordiploma in International Hotel Management. In het laatste jaar van zijn studie specialiseerde hij zich in design thinking en onderzocht hij hoe dit toegepast kon worden op klassieke muziek. Zijn scriptie richtte zich op het betrekken van een jong publiek bij klassieke concerten, en zijn onderzoeksstage keek naar hoe artistiek leiders in de oude muziek baat kunnen hebben bij het leren van design thinking-principes.

 

Of hij nu eeuwenoude muziek speelt of analyseert hoe het publiek concerten beleeft, Nino is altijd op zoek naar manieren om het verleden met het heden te verbinden – en muziek te maken die ook buiten het podium resoneert.

 

 

Dit concert is gratis toegankelijk. Bij de uitgang staat een collectebus voor uw vrijwillige bijdrage.
 
De deur van de kerkzaal is open vanaf 12:30 uur.
Hartelijk welkom!